Explosieveiligheid – ATEX 153
De ATEX 153 Richtlijn (voorheen ATEX 137) vormt een belangrijk onderdeel bij de uitvoering van de Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) bij bijvoorbeeld productiebedrijven of bedrijven die brandbare stoffen verwerken. De ATEX 153 Richtlijn is vanaf 1 juli 2006 verplicht.
De officiële benaming van de ATEX 153 Richtlijn is:
Richtlijn 1999/92/EG van het Europees parlement en de raad van 16 december 1999 betreffende minimumvoorschriften voor de verbetering van de veiligheidsbescherming en van de veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen oplopen.
ATEX 153 toepassingsgebied
De ATEX 153 Richtlijn is van toepassing op de eigenaar of gebruiker van de installatie (de werkgever). Het explosieveiligheidsdocument (EVD) beschrijft hoe de explosierisico’s weggenomen of beheerst zijn. De basisgedachte van de ATEX 153 Richtlijn is het creëren van een minimaal vereist veiligheidsniveau om de gevaren van stof- en gasexplosies te voorkomen.
Verplichtingen werkgever vanuit deze Richtlijn
- Het inventariseren van de brandbare stoffen met hun chemisch fysische eigenschappen die een explosiegevaar vormen
- Het inventariseren van de plaatsen waar deze stoffen voorkomen in uw bedrijf en deze gebieden te klasseren als explosiegevaarlijke zones. De methodiek voor deze zone klassering is neergelegd in de Nederlandse Praktijkrichtlijnen (NPR) 7910 delen 1 en 2
- Het inventariseren van de mogelijke elektrische en niet-elektrische (mechanische) ontstekingsbronnen. De norm EN 2711 deel 1 is hiervoor de gebruikte leidraad
- Controleren of de elektrische en niet-elektrische ontstekingsbronnen de juiste ATEX markering hebben waarmee kan worden aangetoond dat deze geschikt zijn om in de vastgestelde zone veilig te kunnen functioneren
- Het opstellen van de organisatorische maatregelen zoals (niet limitatief):
- Periodieke inspecties van ATEX apparatuur
- Scholing van de medewerkers
- Opstellen van een Management of Change procedure
- Opzetten van een werkvergunning voor werkzaamheden in explosie gevarenzones
- Vastleggen van instructies voor medewerkers die in aanraking komen met of werkzaam zijn in explosiegevaarlijke gebieden
- Opstellen zoneringsplan
- Opstellen explosieveiligheidsdocument (EVD)
ATEX 153 in relatie tot ATEX 114
Apparatuur, zowel elektrisch als niet elektrisch, die wordt opgesteld in een explosiegevaarlijke zone, moet voldoen aan eisen van de categorie apparatuur die behoort bij de zone klasse.
Een overzicht van de relatie tussen de zone klasse en de categorie apparatuur is hieronder weergegeven:
Relatie tussen ATEX 153 (voorheen ATEX 137) en ATEX 114 (voorheen ATEX 95) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Indeling volgens NPR 7910 | ATEX 153 zone | ATEX 114 categorie | EPL* | ||||
Bedrijfsduur | Gevarenbron | Gas | Stof | Gas | Stof | Gas | Stof |
> 10 % | Continu | 0 | 20 | 1G | 1D | Ga | Da |
0,1 – 10 % | Primair | 1 | 21 | 2G | 2D | Gb | Db |
< 0,1 | Secundair | 2 | 22 | 3G | 3D | Gc | Dc |
De richtlijn ATEX 114 (2014/34/EU) bepaalt aan welke eisen apparatuur en producten moeten voldoen die worden gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen. Deze richtlijn geldt voor de fabricage van installatie en producten en is vooral van toepassing op fabrikanten. De richtlijn is opgenomen in de Warenwet. Omdat de richtlijn geld voor de hele Europese Unie, kunnen materieel en beveiligingssystemen in de hele EU gebruikt worden. Daarmee draagt ATEX 114 bij tot het vrije handelsverkeer binnen de EU.
Maakt u werk van explosieveiligheid?
Wanneer u zeker wilt weten dat uw bedrijf veilig is, voor uw medewerkers en uw omgeving, kunt u waarschijnlijk wel wat hulp gebruiken. Neem daarom vandaag nog contact op met BerendJan van Keulen voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Samen zorgen wij voor een veilige industrie!